Bookmark and Share

Zonder zoden

Geef mij maar traag.
Nog een laatste feest voor alle beesten die we graag vertrappen.
Larven, wormen, die zich blindelings laven aan de verdichting van mijn leven:
mijn lichaam. Zoveel jaren die mij hebben aangedikt en afgeslankt:
dan wil ik niet plotsklaps verdwijnen.

Geef mij maar traag.
Versluisd worden naar de tijd van andere, onvoorspelbare, levensbelangrijke wezens.
Een zwarte nacht die zijn zwartheid nog opschroeft, na dat beetje licht in de eindeloze tunnel.
Een onmetelijk kauwen en vreten, een tergend langzaam signaleren van wie ik was aan het firmament.
Voor ik stof en ster word.

Geef mij maar traag.
Geen vuur, dat mij al bijstond, levenslang likkend aan mijn adem, schroeiend in mijn longen.
Geen vloeistof, die mij uit elkaar bijt en niet eens de rust gunt van een zalig bad.
Maar de grond, een kuil van vrede. En dan later, een boom misschien. Of de lucht,
bengelend aan een tak en stinkend.

(03.10.14)