Bookmark and Share

Venus

Als ze dan plots voor mijn deur staat.  Zonder schelp,
en met de krul van mijn verbeelding.  Het leuke meisje
van toen.  Met patenten op zak van vrouwen in wording.
Nieuwsgierig, en ondeugend.  Hallo zeggen.  En bijpraten.

De vloedgolf van haar lippen.  De gloed van rood,
het vlezige tuiten.  Haar gulzige snede.  En het soortelijk
gewicht van volmaakte, uitslaande borsten.  Met de veer-
kracht van gummi, de zachtheid van gepolijste zijde.

Gesprekken als alibi.  Uitgaan als alibi.  Haar ontwijken,
haar verzinnen.  Hoe ze bestaat, als verborgen talent voor
perfectie.  Zo gewoon, en niet onschuldig, maar onvatbaar,
niet te onderbreken levend.  Ik ben die onderbreking.

Die stilte in haar theater.  De scène van haar stoutste
verwachting.  De opkomst van zinnen zonder woorden,
zwellingen zonder taal.  Ontplofbaar.  Ongenietbaar.
Jubelend.  De openstaande mond van een gekarteld huis.

(23.06.05)

 

 

 

 

||||| Abonneren, delen, opslaan